Zaterdag a.s. valt definitief het doek voor de kleinste en met afstand leukste AH-vestiging van Nederland. Appie Naarden Vesting.
De laatste stuiptrekkingen kenmerken zich door een overweldigende belangstelling. De maaltijdsalades, piepers, Griekse yoghurt en andere leeftocht zijn al weken amper aan te slepen. De solidariteit van naar gemak en sociaal contact hunkerende omwonenden spat er van af. Vanwege de verbouwing van Grote Broer aan de Amersfoortse Straatweg zagen we tot voor kort bovendien nogal wat ‘volk van buiten’ dat z’n grutterswaren kwam scoren. Dikke PC Hooft-tractors en ander Vestingvreemd ongerief stoomden op richting de Marktstraat en spuugden een bont scala aan kooplustigen uit. Enigszins bevreemd en geamuseerd aangestaard door de vaste klandizie. De weldoorvoede feminiene tsunami had vaak een bepaald niet kinderachtig repertoire aan noten op haar zang.
In een wolk van Roja parfum en gehuld in een simpele Claudia Sträter verpakking zag ik vorige week nog een aan lager wal geraakte douairière zich uit haar cabriootje pellen (‘je kunt hier verdomme nergens je auto kwijt’). Waarna zich meteen al een tweede, stuitende barrière aandiende: Maar liefst twee treetjes (wat een schande) moest ze beklimmen om het absolute Walhalla van Divorced City binnen te komen. Nog mazzel dat ze niet over de uitsmijter van dienst, die volumineuze St Bernardhond van de buren, hoefde te klimmen.
Sorry, haar boodschapjes kon ze inderdaad niet scannen. En in onze qua assortiment enigszins beperkte steunwinkel was het ontbreken van kiloknallers en lucratieve gezinsverpakkingen wat haar betreft een niet te pruimen smet op het Zaanse blazoen. Toen geen van onze zich in het zweet zwoegende blauwe dames van de harde kern te porren bleek om een batterij aan lege flessen uit haar achterbak te tillen, was de boot helemaal aan. Uit pure balorigheid flikkerde ze de volledige voorraad asperges in haar winkelmandje (jammer, als dat op je menu stond), griste hier en daar nog wat hoogstnoodzakelijkst uit de rekken en sloot mokkend aan in het bescheiden rijtje voor de kassa. Parbleu, slechts twee kassa’s???
Onder een aarzelend opklaterend applaus verliet ze het pand. Op weg naar het parkeerbonnetje onder haar ruitenwisser. Waarna wij ons als habitués welgemoed wijdden aan onze corebusiness. Het hield inderdaad niet over aan keuzemogelijkheden. Maar wij grepen al die jaren onder toeziend oog van onze immer dienstbare en goedgemutste Judith, Gitty en Elly tenminste nog blind onze vermicelli, koffie, boerenbruin en afgeprijsde aardbeien uit de vertrouwde schappen. We gaan ze missen.