Archief voor mei, 2011

Aardige jongen, die Erwin Koeman. Verdienstelijk voetballer ook. Niks mis mee, dus. Beheerst onze fraaie Nederlandse taal ook wat beter dan z’n broertje, de tv-analyticus nota bene, bij wiens treurige stijlbloempjes je als kijker de billen wekelijks wanhopig tegen elkaar knijpt.
Met de trainersloopbaan wil het voorlopig niet zo vlotten. Veel te vroeg neergestreken bij het armlastige Feyenoord, net in een periode dat de grote neergang in Rotterdam zich verwoestend aankondigde. Weinig eer te behalen. En ook in Hongarije was het geen feest.
Maar hij heeft weer een club. FC Utrecht. Het speeltje van de grootaandeelhouder met ambities, de omhoog gevallen kraanmachinist Frans van Seumeren. Voor zo lang als het duurt natuurlijk. Want als de successen uitblijven blijkt de liefde meestal vrij snel in de knop te breken.
Altijd weer geestig om te zien hoe management en trainer-in-spé bij het begin van zo’n nieuwe verbintenis immer met ronkende superlatieven in elkaars respectievelijke hol plegen te kruipen.
Van Seumeren: Erwin is een man die bij onze cultuur past en bij onze ambities. Ik heb een groot vertrouwen in hem.
Koeman zelf legt er, door de wol geverfd, nog een extra PR-schepje boven op. Was natuurlijk wel zo slim om even te kijken welk deksel er van hem op het Van Seumeren-potje verwacht werd: Deze club past bij me. Omdat het een volksclub is, een fantastisch publiek heeft en initiatiefrijk, dus altijd aanvallend, voetbal wil spelen.
Dat laatste zit natuurlijk nog. Wanneer spelbepalende talenten als Dries Mertens en Kevin Strootman deze zomer niet te behouden zijn voor de club en verkocht worden naar de echte concurrentie, is er weinig initiatiefrijks te willen en zal het nog een hele hijs blijken om aan de keiharde verwachtingen, een plekje tussen de derde en achtste plaats, te voldoen. Als het uiteindelijk het troosteloze, anonieme rechter rijtje blijkt te zijn wacht hem een volksoproer van de Domstedelijke hooligans (een fantastisch publiek) en kan hij de bijbehorende schop onder z’n kont tegemoet zien van het suikeroompje van de volksclub die zo goed bij hem past.
Geen nood. De horizon wordt verlegd naar weer een andere kandidaat die wonderwel ook opeens naadloos blijkt te sporen met z’n lang en diep gekoesterde wens.
Over club B: Altijd al een selectie willen leiden die geheel en al bestaat uit pareltjes afkomstig van het zwarte continent. En wie weet over club C: Vanaf m’n eerste schreden op het voetbalveld keek ik uit naar een creatief elftal,dat gedecideerd op sleeptouw genomen wordt door geëmancipeerde homo’s.
Dat laatste is uiteraard een weinig realistische slag in de lucht. Want zoals bekend laten de kanjers uit die sector het wel uit hun hersens om in dat stuitende machowereldje ook maar iets van hun seksuele geaardheid prijs te geven.
Het was ook maar een voorbeeld.
Erwin is er in ieder geval op de voorhand klaar voor.

Met de arrestatie van de Slager van Sebrenica komt, of we willen of niet, de rol van Nederland in deze onverkwikkelijke affaire weer schrijnend boven drijven. In de zaterdagse columns van Bert Wagendorp (Volkskrant) en Bas Heijne (NRC/Handelsblad) wordt onze zenuw opnieuw voluit open getrokken. Morele oordelen enzovoorts.
Maar niet getreurd, intussen maken we ons, mede dankzij het merkwaardig aandoende geschipper van Jolande Sap (GroenLinks), mogelijk welgemoed op om een nieuw hoofdstuk toe te voegen aan een stukje contemporaine geschiedenis.
Illustratie: Mathijs Hendrix


In het straatbeeld van Naarden-Bussum is hij een amper weg te denken factor.
Laten we hem Willem noemen.
Willem dreef tot een jaar of wat geleden een redelijk beklante sigarenzaak op een strategisch voortreffelijke plek in Bussum. Dat hij ernstig visueel gehandicapt is, om niet te zeggen volledig blind, moet bij de uitoefening van z’n beroep een uiterst vervelende affaire geweest zijn. Hoe hij die nering regelde? Geen idee.
Het zaakje is opgedoekt. Afgeplakte etalageruiten.
Achter de geraniums zal Willem zelden te vinden zijn. Langs de straat des te meer. Geen geleidehond. Wel gewapend met de bekende stok. En sinds kort een groot, rood bord om z’n nek met: Niet aanspreken alstublieft.
Dat geeft te denken. Je kunt er allerlei theorieën op loslaten. Maar uiteindelijk blijkt hij al z’n honderdduizenden, immer solistische, voetstappen in de regio zorgvuldig uitgeteld te hebben. Ik kom hem binnen een straal van vijf kilometer werkelijk overal tegen. Zo op het oog beweegt hij zich naadloos van A naar B, C,D en andere boeiende bestemmingen. Maar je laat het vanwege dat bord wel uit je hersens om je aan een empathisch gesprekje te wagen. Want dan is ie de kluts volkomen kwijt. Zo ontdekte een kennis onlangs.
Gisteren zag ik hem, voor het eerst, mijn vestingstad Naarden binnenschuiven. Met stok. En bord. Een hele operatie want daar had ie snel reconstruerend wel een paar heftige obstakels voor moeten overwinnen. Razend knap dus.
Naarden? Drie weken lang vergeven van de duizenden bezoekers van een groots foto-festival. Een rustiek plekje langs de waterkant met uitzicht op die zeven natte onderonsjes zal het doel van z’n expeditie vermoedelijk niet geweest zijn. Maar toch. De associatie lag voor het grijpen.
Gewapend met m’n telelens heb ik vergeefs nog een tijdje door de straten gedwaald voor mijn Worldpressfoto van het jaar. De ware fotograaf snort zo’n man natuurlijk op en zet zoiets voor de gelegenheid wel even in scene.
Maar misschien is het ook wel beter zo.

Terwijl een Engels clubje als Manchester City bereid is de portemonnee te trekken om voor het meer dan irritante Portugese zakkenvullertje Christiano Ronaldo een slordige 180 miljoen (..) neer te tellen, zitten wij, Hollandse sufkonten, ons druk te maken over die luizige 48 miljoen die een Eindhovens provincieclubje nodig heeft om het hoofd nog een beetje boven water te houden. Geen nood, uiteindelijk hebben die geen criminele Russen nodig om hun vurig gewenste partijtje mee te blijven blazen. De lankmoedige Brabantse gemeente, die nota bene 56 miljoen moet bezuinigen, gaat dat piekfijn zelf regelen. Budgetneutraal (..). Zodat we de komende jaren niet verstoken zullen blijven van de schwalbes, elleboogincidentjes en matennaaierij van iemand als Ola Toivonen. Dat is ons natuurlijk wel een paar centen waard.

Het zijn barre dagen voor D66. De affiniteit met rood loopt de laatste jaren toch al zienderogen terug. Zelfs een simpel rood potloodje blijken ze nu ook al niet meer te kunnen hanteren. Voor ze het goed en wel in de gaten hadden liep de SP met hun zeteltje weg.
En ook op de aandeelhoudersvergadering van Shell stond D66-travestiet Hans Wijers z’n stoel zo maar af aan Wim. In een grijs verleden een echte rooie. Maar daar is het beste inmiddels ook wel van af.
Kwestie van perspectief bij Volkskrantfotograaf Raymond Rutting.


Nee het was nou ’s niet Geert die bezwaar had gemaakt tegen het allochtone karakter van deze foto. Voor de preutse Kerkenraad van de Hervormde Gemeente bleek het allemaal een beetje te veel van het goede. Vooral dat Afrikaanse tepeltje had het gedaan. Het nietsverhullende bloot tegen de de gevel van het godshuis was de druppel die de Christelijke emmer royaal deed overlopen.
En omdat de organisatie van het Festival graag over twee jaar weer terug komt, ging ze razendsnel door de weke knieën.
Voorlopig brengt deze strakke dame op een onopvallend plaatsje achter het plaatselijke VVV-kantoor haar tijd in lijdzaamheid door.
Het lege frame wacht inmiddels al een dag lang op vervanging die bij de Mannenbroeders wél door de ballotage komt.
Nog drie weken te gaan.


Was het VVD-congres speciaal van de Dag des Heeren verplaatst naar de zaterdag om z’n zwaar bevindelijke en allesbehalve liberale nieuwe vriendje Kees van der Staaij in de gelegenheid te stellen aan te schuiven bij het kampioensfeestje? Het afschudden van de liberale veren bevindt zich langzamerhand in een uiterst gênante stroomversnelling. Dat gaat ‘m steeds gemakkelijker af. En zo lang hij maar breed blijft glimlachen, lijkt er geen vuiltje aan de lucht. Het muurbloempje van weleer dat nog niet eens zo lang geleden geleden alle zeilen moest bijzetten om niet vermalen te worden door het populisme van IJzeren Rita, heeft de wind mee. Het zal ‘m een worst zijn als ie zich daarbij tot op het bot moet laten beledigen door gedoogvriendje Geert. En nu poetst ie, om de Mannenbroeders te gerieven, voor een schoteltje linzenmoes de handtekening ook al weg onder het eigen godslasteringswetsvoorstelletje.
Of was Volkskrantfotograaf Joost van den Broek (ook uitgebreid te bezichtigen op het Naardense Fotofestival) hier getuige van de eerste schreden op een oefenstage voor de Nijmeegse Vierdaagse?
Blijven lachen, Mark.
Vanmiddag weten we meer.

Zaterdag 21 mei. 20.30 uur.
Na een dikke week van bloedig schrijven, schrappen, rijmen, repeteren, vond ik wel dat ik een flesje wijn verdiend had. De geplande cabaretvoorstelling op maat voor zondag 20.00 uur was op een haar na gevild. Een paginaatje of acht aan zojuist bij elkaar getikte steuntekst moest nog geprint worden.
Terwijl ik glas nummertje vier van de voortreffelijke Droge Rooie langzaam wegklokte, liet ik tevreden m’n gedachten gaan over het messcherpe en anderzijds ook weer gevoelige uurtje waarmee we de jubilerende Artsen Zaalvoetbalclub Naarden-Bussum de gordijnen in zouden jagen. In een sporthal op een kilometer van m’n huis. Een thuiswedstrijd, als het ware. De cardiologen,psychiaters, orthopeden, internisten, urologen, KNO’ers, gynaecologen en ander hooggestudeerd gespuis van het Streekziekenhuis verderop en hun massaal toegestroomde gasten zouden er van lusten. Maakte nog wat laatste aantekeningen over een paar azijnzure  afmakers die me te binnen schoten. Op de ochtend van de Dag des Heeren nog even de puntjes op de i en los konden we. Theater is topsport.
Telefoon.
-Hoe laat dachten jullie te komen?
-Nou, we zijn er om half zeven. We bouwen in anderhalf uur relaxed op en dan gaan we er tegen aan. Komt helemaal goed.
M’n dubbele tong kon ik slechts met de grootst mogelijke moeite onderdrukken.
-Maar we zitten NU met smart op jullie te wachten.
????????????????????
Altijd gedacht dat mijn bloedeigen en voortreffelijke huisarts, de Joop vd Ende van het spektakel, een uiterst punctueel man was. Nooit echt klachten over z’n agenda gehad.

Hoe snel kan het gaan?
Vriendin weggerukt uit de tuin van Dochter waar de barbecue knetterde.
Geluidstechnicus, normaliter een huismus eersteklas, telefonisch onbereikbaar. Dan maar akoestisch. Jammer van die indrukwekkende opening en enkele speciale effecten.
De printer ratelde. Bus ingepakt.
Om tien over half tien knalden we het speciale programma door sporthal De Lunet. Akoestisch bleek bij nader inzien een wel erg optimistische optie. Ingeprikt bij de uiterst flexibele, professionele PE die het geluid van het (artsen)bandje verzorgde. Zo’n gast weet van wanten.
Als de nood op het hoogst is, blijkt een fors potje improviseren een eitje. Een aardige ervaring voor cabaretiers die normaal gesproken op safe spelen en de grote lijn tot in de meest gruwelijke details gepland hebben.
Droë rooie weet kennelijk onvermoede krachten in een mens boven te halen.
Maar om nou te zeggen dat dit het ideale procédé is voor de voorstelling van volgende week zaterdag:
Nou nee!
Jammer dat het op deze onverwachte vrije dag zeikt van de regen.
Dus ook geen zeilweer

Altijd weer geestig hoe gedetailleerde cijfertjes de aura van degelijkheid en betrouwbaarheid van onderzoekjes kunnen suggereren. Als je, om maar eens een paar jaartallen te noemen, tussen 2007 en 2009 bij Inholland via het alternatieve circuit een diplomaatje binnensleepte, kleeft daar iets onoorbaars aan.
Van de 220 (..) gevallen blijken er na gedegen onderzoek welgeteld 63 (..) niet te deugen.
Afgerond ongeveer 29%.
Valt reuze mee toch?
Toch knap, die cijfertjes. Windowdressing.
Alternatieve studeerroute, op zich al met afstand het gezelligste eufemisme van het jaar.
Wat een vondst.

Hij kwam gewoon op m’n pad.  Opeens was ie er.
Van links. Dat weer wel.
En sommige dingen in het leven heb je nu eenmaal zelf niet helemaal in de hand.
Verrassend was het zeker.
Nooit gedacht trouwens dat zoiets me ooit zou overkomen.
Echt schrikken deed ik trouwens niet.
Het was hij of ik.
Dan hij maar.
Voor ik het goed en wel in de gaten had, lag ie achter m’n linker voorwiel.
Alles ging snel in z’n werk.
En het mechanische euvel was snel verholpen.
Alles op de tast.
Vakman, die nieuwe monteur van m’n geëmancipeerde garage.